Het
stationsgebouw
Aalst

 

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 

Het stationsgebouw Aalst

Zo elders op deze website het stationsgebouw van Oudenaarde uit 1893 is voorgesteld, zo is het nu de beurt aan dat van Aalst. Het stationsgebouw doet denken aan een toegangspoort tot de stad uit de Middeleeuwen. In werkelijkheid werd het gebouw pas in 1856 in gebruik genomen. Aalst werd in de jaren 1853-1856 een spoorwegknooppunt na de opening van de lijnen Ath - Geraardsbergen - Aalst - Dendermonde - Lokeren en Brussel - Aalst - Schellebelle.
In totaal ging het toen om 108 kilometer spoorweg van de S.A. du chemins de fer de Dendre-et-Waes (et de Bruxelles vers Gand, par Alost). Het spoorwegstation Aalst stond vanaf 1 augustus 1889 tot 1 oktober 1960 in de dienstregelingen bekend als Aalst (Noord), dit in verband met nog een ander station in de stad.
 
 
De meeste particuliere spoorwegmaatschappijen in Belgie hadden een eigen stijl voor hun stationsgebouwen. Zo deed de S.A. du chemins de fer de Dendre-et-Waes (et de Bruxelles vers Gand, par Alost) een beroep op Jean-Pierre Cluysenaar. Die introduceerde voor het eerst de Vlaamse neo-renaissancestijl met het toepassen van historische elementen uit Vlaanderen. Cluysenaar verwerkte in zijn stationsgebouwen kantelen, donjons en trapgevels. Aalst behoorde tot de meest opvallende stationsgebouwen en werd op 6 juli 1856 feestelijk geopend in het bijzijn van de latere koning Leopold II.
Tekening J.P. Cluysenaar, 1855, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
Centraal in het stationsgebouw staat een rechthoekige 'burcht' in twee bouwlagen met langs de straatzijde een 'donjon' in vier bouw-lagen. Dit centrale deel wordt omgeven door een gebouw in slechts een bouwlaag. Langs de straatzijde ontwierp Cluysenaar een galerij met elf steekbogen, gedragen door arduinen zuilen. Alle buitenmuren zijn voorzien van kantelen en schietgaten.
Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
In 1975 bevond het stationsgebouw van Aalst zich in zo'n slechte toestand dat een aanvraag tot sloop werd ingediend. Maar, zo het stationsgebouw in de jaren rond 1910 behouden bleef toen het erachter liggende emplacement omhoog werd gebracht, zo bleef het in de jaren rond 1975 behouden omdat het op de lijst van 'beschermd onroerend erfgoed' kwam. Vanaf 17 september 1990 werd het interieur van het gebouw met respect voor het verleden ingrijpend gewijzigd. Uiteindelijk werd het stationsgebouw officieel heropend op 27 maart 1993. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Het stationsgebouw van Aalst doet nog tot op de dag van vandaag als zodanig dienst. Ook de omgeving bleef intact en is niet ontsierd door allerlei elementen van de huidige tijd. Sinds 2010 is het Stationsplein weer uitsluitend voorbehouden voor voetgangers. Het biedt hen mogelijkheden voor een rustpunt. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Voor het stationsgebouw viel de keuze van Cluysenaar op de donkerrode Boomse papensteen. De plinten, zuilen en afsluitingen werden gemaakt van arduin uit Zinnik of Maffle. De deuren en ramen werden uitgevoerd in Noors dennenhout. Op de hoeken van het middengedeelte en het eigenlijke statonsgebouw kwamen kantelen.
Ansichtkaart uit circa 1910, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
Zo het Stationsplein een eeuw geleden nog uitsluitend door voetgangers werd gebruikt, zo is dat heden ten dage wederom het geval. Alleen de hoge kantelen op de hoeken van het middengedeelte en het eigenlijke stationsgebouw zijn in de loop der jaren verdwenen. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Aan elke zijde van het stationsgebouw stond een 'huisje'. Het op deze ansichtkaart zichtbare gebouwtje (rechts) was bedoeld als 'Corps de Garde' (wachthuis voor politie). Links stond ook een 'huisje' als 'Bureau de l'Octroi'. Hier zetelde een 'octrooigaarder' voor het heffen van stedelijke belastingen op de invoer van bepaalde goederen. Bij de bouw in 1853-1856 lag het stationscomplex immers nog binnen de stadsmuren (intra muros). Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
De exploitatie van de lijnen van de S.A. du chemins de fer de Dendre-et-Waes (et de Bruxelles vers Gand, par Alost) werd aan de 'chemins de fer de l'Etat Belge' (EB) overgelaten. Een locomotief van het type 14, 15 of 16 (asindeling 2B1, circa 200 stuks gebouwd in de jaren 1900-1913) staat in Aalst gereed voor vertrek met een reizigerstrein naar Brussel Noord. Enkele reizigers lopen nog op het overpad af om de trein te halen. Het zou geen jaren meer duren eer het emplacement omhoog werd gebracht en het oversteken van de sporen verleden tijd was. Ansichtkaart uit circa 1905-1910.
 
 
Een locomotief van de EB van het type 1 (oud, asindeling 1B, 153 stuks gebouwd in de jaren 1864-1884) staat in Aalst gereed voor vertrek met een reizigerstrein naar Brussel Noord. Ofschoon het overpad door de locomotief van de trein wordt geblokkeerd, zullen de nog op het eerste perron lopende reizigers hun trein halen onder het toeziend oog van de (adjunt-)stationschef.
Ansichtkaart uit circa 1905-1910, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
Inmiddels liggen in Aalst de sporen al een eeuw hoog. Trein IC 2212, bestaande uit een stuurstandrijtuig en locomotief NMBS 1924, staat om 12.45 uur op spoor 3 gereed voor vertrek naar Brussel. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Gezicht vanaf het perron op het stationsgebouw en het 'Corps de Garde' (links). Ook de gebouwen op het Stationsplein hebben hun negentiende eeuwse uiterlijk behouden. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Gezicht vanaf het perron op de rechthoekige 'burcht' in twee bouwlagen. Dit centrale deel wordt omgeven door het stationsgebouw in slechts een bouwlaag. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Gezicht vanaf het perron op de rechthoekige 'burcht' in twee bouwlagen. Dit centrale deel wordt omgeven door het stationsgebouw in slechts een bouwlaag. Aan de straatzijde bevindt zich een 'donjon' in vier bouwlagen. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Tussen 1906 en 1914 werden de perrons en de sporen van het station Aalst opgehoogd. 'Suppression du passage à niveau sur le chemin de fer de l'Etat, à Alost', zo heette dat in de toenmalige ambtelijke Franse taal. Het stationsgebouw bleef onaangetast. Al na enkele jaren was het omhoog brengen van het emplacement een behoorlijk eind gevorderd. Ansichtkaart uit circa 1912.
 
 
Iets later werd het omhoog brengen van de perrons en de sporen van het station Aalst nogmaals gefotografeerd. Links staat het vroegere 'Bureau de l'Octroi'. Ansichtkaart uit circa 1912, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
Decennialang werd menig stationsgebouw in Belgie ontsierd met een telegraafinstallatie op het dak. Dat die installatie in Aalst boven op het 'donjon' stond, was nog eens extra ontsierend voor stationsgebouw en omgeving. Inmiddels was het omhoog brengen van de perrons en de sporen nagenoeg voltooid. De taluds zouden weldra een begroeiing krijgen.
Ansichtkaart uit circa 1914, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
Links van het stationsgebouw staat het vroegere 'Bureau de l'Octroi' en helemaal rechts het vroegere 'Corps de Garde' (wachthuis voor politie). Onder de arcaden bevond zich een kranten- en tijdschriftenstalletje. Ansichtkaart uit circa 1914.
 
 
In de vroege jaren twintig herstelde Belgie zich van de 'Groote Oorlog'. Als sluitstuk van het omhoog brengen van het emplacement was inmiddels op het eerste perron een nieuw seinhuis (rechts) gebouwd. Helemaal links staat het vroegere 'Bureau de l'Octroi'.
An
sichtkaart uit circa 1920, collectie Steven De Schuiteneer, Geraardsbergen.
 
 
In het stationsgebouw bevond zich de vestibule met loketten in het midden. Links hiervan waren de lokalen voor de afhandeling van het goederenvervoer gevestigd en rechts hiervan lagen onder andere twee wachtzalen. De verdieping boven de loketten was ingericht als woning voor de stationschef met zijn gezin. Onder de arcaden stond weer een kranten- en tijdschriftenstalletje. Ansichtkaart uit circa 1920.
 
 
De opkomst van de auto(mobiele omni)bus of autobus en de vrachtauto in de jaren twintig en dertig bracht een omwenteling in het vervoer teweeg. Niet langer namen het schip, de trein en de tram het grootste deel van het reizigers- en goederenvervoer voor hun rekening. Zij moesten een steeds groter deel van hun tonnage aan de nieuwkomers afstaan. Niet langer was het Statieplein in elke stad uitsluitend voorbehouden aan de tram, het rijtuig, de fietser of de voetganger. In de loop van de jaren dertig stonden er volop autobussen te wachten op klanten naar plaatsen in de omgeving. Ook de privé-auto begon al een partijtje mee te blazen. Ansichtkaart uit circa 1935.
 
 
Na aankomst van een vierde en grotere autobus op het Statieplein in Aalst maakte de fotograaf nog een opname. De chauffeur deed de motorkap open om een en ander na te kijken of te smeren. Ansichtkaart uit circa 1935.
 
 
Gezicht op de straatzijde (links) en de perronzijde (rechts) van het stationsgebouw. Foto's Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Links staat het vroegere 'Corps de Garde' (wachthuis voor politie). Rechts staat het vroegere 'Bureau de l'Octroi'. Hier zetelde een 'octrooigaarder' voor het heffen van stedelijke belastingen op de invoer van bepaalde goederen.
Foto's Marius Broos, 26 september 2014.
 
 
Het stationsgebouw van Aalst mag gelden als een voorbeeld van 'beschermd onroerend erfgoed' in haar oorspronkelijke biotoop. De omgeving bleef intact en werd niet of nauwelijks ontsierd door allerlei elementen van de huidige tijd; dat is een compliment meer dan waard. Foto Marius Broos, 26 september 2014.
 
Geraadpleegde literatuur:
Hugo de Bot, Stationsarchitectuur in Belgie, deel 1, 1835-1914 (Turnhout 2002)
Herman Welter & Stan Wagemans, Het grote Belgische stationsboek (Leuven 2012)